1. Home
  2. Knowledge Base
  3. Multiculturele Samenleving
  4. Kerndoel 1 – Nederland als multiculturele samenleving

Kerndoel 1 – Nederland als multiculturele samenleving

Recente groepen migranten

Kunnen omschrijven welke recente groepen migranten naar Nederland zijn gekomen en hoe deze groepen zich inpassen in de Nederlandse samenleving.

Migreren is een algemeen begrip en betekend letterlijk: verhuizen. Zo kunnen dieren migreren, mensen migreren maar kun je ook bestanden op de computer migreren. Bij het onderwerp multiculturele samenleving omschrijven we het begrip als ‘verhuizen naar een ander land’.

Een migrant is dus een persoon die (naar aan ander land) verhuist. In het land dat hij verlaat is hij een emigrant, in het land dat hij binnen komt is hij een immigrant.

Sinds de Tweede Wereldoorlog (1945) zijn de volgende groepen migranten naar Nederland gekomen:

1949+ Indische Nederlanders
Over het algemeen zijn de Indische Nederlanders goed ingepast Nederlandse samenleving: zij zijn al tientallen jaren onderdeel van onze maatschappij en komen bovendien uit een oud kolonie.

1960+ Turkse en Marokkaanse Gastarbeiders
De inpassing van deze groepen migranten verloopt wisselend. In het begin was de integratie (er voor zorgen dat mensen economisch zelfstandig deelnemen aan de samenleving) voor deze groep gericht op terugkeer: Als er geen werk meer was zouden de arbeiders terugkeren naar hun eigen land. Zij kregen bijvoorbeeld geen taalcursus en er werden geen moskeeën gebouwd voor hun islamitische geloof. Vanaf eind jaren ’70 kwamen meer moskeeën en de mogelijkheid om eigen verenigingen op te richten (zoals een Turkse voetbalclub). Vanaf de jaren ’90 is er meer aandacht voor inburgering en de tweede en derde generatie (kinderen, kleinkinderen) zijn al meer geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. Wel blijven er problemen: er zijn sterke cultuurverschillen tussen deze niet-westerse migranten en onze westerse cultuur. Ook het terrorisme van de afgelopen jaren heeft ook invloed op de integratie van deze groepen.

1965+ Surinaamse vluchtelingen
Over het algemeen zijn de Surinamers goed ingepast in de Nederlandse samenleving. Zij zijn al lang in ons land en daarnaast spreken ze in Suriname Nederlands en kennen ze de Nederlandse cultuur.

2004+ Poolse gastarbeiders
De inpassing  van deze groep verloopt wisselend. Veel Nederlanders vinden dat Poolse arbeiders banen innemen en te slecht Nederlands praten om mee te kunnen samenwerken. Ook vinden veel Nederlanders dat zij overlast veroorzaken. Anderen vinden het betrouwbare, hardwerkende en vooral goedkope arbeiders die juist erg goed zijn voor onze samenleving.

Naast de bovengenoemde groepen komen er sinds 1945 (en daarvoor) vluchtelingen uit verschillende landen. De laatste jaren zijn dit vooral Irak en Syrië. De inpassing van deze groepen verloopt wisselend: soms zijn er sterke cultuur verschillen en ook wordt Nederland steeds minder tolerant voor migranten.

Grote groepen migranten

Kunnen aangeven wat de omvang van de grootste groepen migranten in de Nederlandse samenleving zijn en de motieven noemen voor hun komst naar Nederland.

De grootste groepen (1e generatie (Geboren in ander land) + 2e generatie (kinderen daarvan) migranten in Nederland zijn (Bron: CBS 2012):

Turken en Koerden: 390.000
In de loop van de jaren vijftig ging het steeds beter met de Nederlandse economie er waren steeds meer arbeiders nodig in de fabrieken en Nederland zocht in de jaren ’60 in Turkije naar goedkope arbeiders. Als gevolg van de oliecrisis aan het begin van de jaren 70 ging het slecht met de economie en sloten steeds meer fabrieken hun poorten. Daardoor raakten veel mensen hun baan kwijt. Veel Turken en (Turkse) Koerden zijn in Nederland blijven wonen omdat zij gewend waren aan het land en/of omdat het slecht ging met de economie in hun eigen land. In de jaren daarna kwamen veel vrouwen en kinderen vanuit Turkije over, zo ontstond er gezinshereniging.

Marokkanen: 380.000
In de loop van de jaren vijftig ging het steeds beter met de Nederlandse economie er waren steeds meer arbeiders nodig in de fabrieken en Nederland zocht in de jaren ’60 in Marokko naar goedkope arbeiders. Als gevolg van de oliecrisis aan het begin van de jaren 70 ging het slecht met de economie en sloten steeds meer fabrieken hun poorten. Daardoor raakten veel mensen hun baan kwijt. Veel Marokkanen zijn in Nederland blijven wonen omdat zij gewend waren aan het land en/of omdat het slecht ging met de economie in hun eigen land. In de jaren daarna kwamen veel vrouwen en kinderen vanuit Marokko over, zo ontstond er gezinshereniging.

Duitsers: 380.000
In de jaren 1920 – 1929 was er een zware economische crisis in Duitsland. Veel Duitsers kwamen daarom naar Nederland. In 1933 kwam Hitler in Duitsland aan de macht, waarna het voor mensen als Joden en Zigeuners steeds moeilijker werd om in het land te wonen. Daarna kwam de Tweede Wereldoorlog (1939 – 1945). In de jaren daarna kwamen er soms nog groepen Duitsers voor werk of een studie naar Nederland toe.

Indische Nederlanders: 350.000
Tot 1949 was Indonesië een Nederlandse kolonie. Toen het land onafhankelijk werd vertrokken Nederlanders en Indische Nederlanders (Indo’s) naar Nederland. De eerste groep (de Nederlanders) gingen repatriëren (latijn: re = “wederom, terug”, patria = “vaderland”): naar het vaderland (Nederland) terugkeren. Het waren dus repatrianten.

Surinamers: 350.000
Tot 1975 was Suriname een kolonie van Nederland. Economische ging het vanaf de jaren ’60 niet erg goed in dat land, terwijl wij in Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog een erg goede verzorgingsstaat hebben. Bovendien wilden veel mensen niet in een onafhankelijk Suriname wonen. Daarom kwamen veel Surinamers naar Nederland. Weigeren konden wij hen niet: zij hadden gewoon een Nederlands paspoort. Tot 1980 was er een overgangsregeling waarbij mensen met een Surinaams paspoort toch nog naar Nederland konden komen.  Veel mensen hebben hier gebruik van gemaakt. In 1980 kwam er een staatsgreep (militaire coup) waarna nog veel meer Surinamers naar Nederland kwamen.

Polen: 150.000
Sinds 2004 hoort Polen bij de Europese Unie (EU). In de EU mogen burgers wonen en werken in een ander Europees land. In Nederland kunnen Poolse arbeiders veel meer verdienen dan in hun eigen land en ook zijn het voor Nederlandse werkgevers goedkope arbeiders. Eerst waren dit vooral tijdelijke arbeiders, maar steeds vaker willen zij in Nederland blijven.

Belgen: 130.000
Veel Belgen zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918) naar Nederland gevlucht. Nederland was in die oorlog neutraal en dus en stuk veiliger dan België, wat in die oorlog werd aangevallen door Duitsland.

Chinezen: 75.000
Al vanaf 1890 komen er Chinezen naar Nederland. Vaak voor werk. Toen Indonesië onafhankelijk werd (1949) kwamen er ook veel Indische Nederlanders met een Chinese achtergrond naar Nederland. Vanaf die jaren kwamen ook de eerste Chinese restaurants in Nederland.

Sociale en politieke problemen

Kunnen beschrijven en herkennen welke sociale en politieke problemen er zijn in een multiculturele samenleving.

In een multiculturele samenleving zoals die in Nederland zijn sociale en politieke problemen, zoals:

• Sociale verschillen: mensen met een niet-westerse achtergrond staan vaak lager op de maatschappelijke ladder.
• De inpassing van diverse groepen migranten verloopt niet goed: zij willen of kunnen zich te weinig aanpassen en/of worden niet genoeg geaccepteerd door de Nederlandse bevolking.
Migranten voelen soms weinig binding met Nederland: zij voelen zich meer verbonden met de cultuur van hun moederland (land van oorsprong).
• Politieke problemen: Nederland is sterk verdeeld als het gaat over de aanpak van migranten, vooral niet-westerse migranten: linkse partijen vinden over het algemeen dat mensen welkom zijn, terwijl rechtse partijen een streng toelatingsbeleid willen.

Was this article helpful?

Leave a Comment